copyright foto: Wim Danneels / De Standaard

Het is een schande. Weerwolven (elke maandag veel te laat op Canvas) is intussen al wekenlang bezig en ik heb nog niet één poging gedaan om de kijkcijfers tot duizelingwekkende hoogtes te doen stijgen. Als alle bezoekers van mijn blog de volgende keer kijken, zal de studiedienst van de VRT ’s anderendaags weliswaar geen fenomenale piek zien verschijnen, maar toch…

Nog een grotere schande: waar blijven de paginalange interviews met Dimitri Van Zeebroeck, de maker van dit weergaloze programma? De grootste onnozelaar die opduikt in een derderangs – en vaak ook derdehánds – tv-concept, krijgt meteen en microfoon onder de neus geschoven, maar Van Zeebroeck, met voorsprong de meest getalenteerde tv-maker van zijn generatie, hoor of zie je nergens.

Ik mocht hem zelf ooit, in 2004, eens interviewen voor De Standaard, en dat werd een gezellig gesprek (de link werkt enkel voor abonnees van DS Online, sorry) in een Antwerpse volkscafé waar de pintjes nog 1 euro kostten, en soep (mét brood) 2,5 euro. Een tijdje later sprak ik hem nog eens (opnieuw enkel voor abonnees) en zowaar, nu ik dat artikel nog eens herlees, werd daarin zijn overstap van Kanaaltwee, waarvoor hij toen nog De Dag maakte, naar Canvas al aangekondigd. Ik citeer:

Van Zeebroecks aanpak krijgt navolging. In Villa politica was afgelopen vrijdag een reportage te zien waarin premier Guy Verhofstadt door een tweemansploeg met een kleine digitale videocamera gevolgd werd. Deze fly-on-the-wall-stijl zou wel eens een nieuwe rage kunnen worden op de Vlaamse televisie. Zouden ze dan aan de Reyerslaan niet beter het origineel in huis halen? ,,Ik heb geen exclusiviteitsovereenkomst met Kanaaltwee”, zegt Van Zeebroeck. ,,Ik ben nu formats aan het ontwikkelen en het zou best kunnen dat ik daar ook met de mensen van Canvas over zal praten.”

‘Nuff said. Dat was dus in 2004. We zijn nu vier jaar verder. Dat heeft dus véél te lang geduurd. Aan dit tempo maakt Van Zeebroeck pas in 2012 iets voor één, waardoor eindelijk iedereen zal doorhebben wat deze gast in zijn mars heeft.
 
Twee afleveringen uit Weerwolven zijn me bijgebleven, te beginnen met de aflevering met JMH Berckmans. Ok, een groot deel van het programma verkocht hij zatte praat, maar het was wel boeiende zatte praat, poëtische zatte praat zelfs! En tussendoor kreeg je toch een beetje toegang tot het wondere universum waarin deze schrijver dapper standhoudt. Alles in Weervolven is pikdonker en korrelig, maar de mentale littekens van Berckmans kwamen duidelijk in beeld. Zoals elke alcoholicus heeft Berckmans een personage gecreëerd dat hij aan de buitenwereld toont, en dus is het per definitie al hopeloos om te proberen er een authentiek portret van te maken. Maar dit kwam volgens mij verdomd dicht in de buurt. En dan heb ik het nog niet over de beelden gehad! Van Zeebroeck is eigenlijk een fotograaf, en dat is eraan te merken. Eigenlijk maakt hij gewoon portretten met een videocamera in plaats van een fototoestel. Zeker de vertraagde zwartwitbeelden zijn eigenlijk zachtjes bewegende prachtfoto’s.

Ook de aflevering met Eyskens sprong eruit, vond ik (en Dwarskijker in Humo ook, merkte ik van de week). Ik heb dat altijd al een bedenkelijke figuur gevonden (Eyskens, niet Dwarskijker). Héél intelligent, dat wel, maar een tsjeef tot in het diepste van zijn ongetwijfeld oranje bloedcellen. Glad, sluw, vals: in die termen dacht ik over de man. Nu ik de reportage in Weerwolven heb gezien eigenlijk nog altijd, maar toch is er een vreemd soort menselijkheid aan dat beeld toegevoegd. Eyskens wordt een oud heertje, die op een gegeven moment sukkelt met een weerbarstige staande lamp en er zowaar wat ontmoedigd door raakt. Wat menselijker dus. Het kan geen kwaad.

Zoals gebruikelijk strooide hij allerlei gedachten in het rond, het ene al wat zinniger als het andere. Maar deze vond ik wel mooi: “De nacht wordt vaak voorgesteld als iets beangstigend. Nochtans moet je geen schrik hebben voor de nacht. De nacht misdoet je niets. Het is het licht dat je kan verblinden als het te fel schijnt. Dáár moet je voor opletten.”

Misschien was Eyskens op dat moment óók wel zat. God knows I was…

Hoedanook: maandag aanstaande én de week erop is Pierre-Alain Volondat aan de beurt, die pianist met zijn maffe robotbuiging toen hij 25 jaar geleden de Koningin Elisabeth-wedstrijd won. Ik zou maar eens kijken als ik u was.